KEUZES

Toen de dageraad voor anker lag, hij draaide in zijn
kooi, wren alleen de wachters van die tijd en die ruimte medepassagiers.
In dat perspectief vertrok zijn schip,
de fosforiserende zee vertelde al dat het omringende
onverklaarbaar was en dat de grondzeeen verradelijk als
onzichtbare haaien op hun prooi wachtten.
Het waren niet de tanden die hij vreesde maar dat ene
moment dat er iets onomkeerbaars gebeurt.

Het verdwijnpunt van de horizon, iets dat hem waanzinnig kon
Maken. Een zeilschip dat alleen met helstok en exacte navigatie
Een richting gaf aan zijn reis

En ’s nachts kwamen ze aan boord, de passagiers met de wonderlijke stemmen.
De een beweerde: het is de liefde die het allemaal waarmaakt.
De ander weer: de worsteling en de confrontatie.
Loutering, lijden, verdriet waren volgens weer iemand de krachten die alles bepaalden. Een vent met een witte baard opperde: het goede, het schone en het ware.

In zijn stuurhut keek hij naar de cardanisch opgehangen navigatie-instrumenten.
Hij begon een koers uit te zetten; de geografie van de geest bepaalde de richting.
Die koers werd deels bepaald door een fossiel, dinosaurusachtig geheugen,
historisch overgeleverd door de medepassagiers

Henk Kroon
Geinspireerd door de cursus Inleiding in de Filosofie